De computer op haar bureau leek extra traag op te starten vandaag. Vergelijkbaar met de slakkengang waarmee ze vanochtend naar haar werk liep. Haar rode opengewerkte zomerschoenen met de hoge hakken werkten niet mee. De mensen op straat, gekleed in hun kostuums, hielden een beduidend anders tempo aan. Alsof ze niet gehinderd werden door de zwaartekracht. Een helder blauw scherm verscheen. Uw inlognaam klopt niet, probeert U het later nog maar een keertje. Pief. Zwart beeld en een klein rookwolkje aan de zijkant. Hmm. Misschien eerst maar koffie drinken.
Het koffieapparaat aan het einde van de gang. Douwe Egberts dubbele espresso. Beker eronder. Klik. Het donkere goedje droop in de beker. Ze leunde tegen de machine aan. Een gaap verdween uit haar mond. Best een aardig personeelsfeest, gisteravond. Ze keek naar de kantine waar de rode en blauwe slingers nog aan het plafond waren geniet. Op de grond confetti. Roze, gele en witte stippen. Een verdwaald feestmutsje. Een lichte geur van teveel sigaretten en lauw bier. Gore rode wijn.
Uw koffie is klaar! Pak de beker en drink mij. Ze pakte gedachteloos de beker en nam een slok. De cafeïne kwam lekker binnen. Een kleine helderheid in haar hoofd. Dat is al beter, niet? Ze staarde naar het apparaat. Trek je rokje wat meer in plooi. Ben je een hoer ofzo? Ze trok het zwarte chiffon rokje rechter. Goed! Haal die knik eens uit je rug. Hoofd rechter. Ga naar de toiletten en haal een borstel door je haar. Slons.
Met kordate passen liep ze naar de toiletten. Een flits van gisteravond trok voor haar ogen. Ze zag haarzelf hard lachen om het grapje wat haar directeur in haar oor fluisterde. Iets ondeugends. Ze lachte zo hard dat haar hoofd naar achter schoot, haar zwart gekrulde haar schokten vrolijk mee. Haar directeur stond nu heel dicht tegen haar aan, zijn bezwete gezicht in haar nek. Ze liepen gezamenlijk naar haar kamer, zwierend. Hij ondersteunde haar. De secretaresse van personeelszaken voorop. Haar ronde billen lonkten. Gelach.
Het beeld werd wazig en verdween in een mist. Ze pakte de borstel uit haar handtas en begon de krullen te fatsoeneren. Beter zo. Werk je lippen bij. Bruine mascara op je wimpers. Dom wicht. Nou loop je terug naar je bureau en ga je werken. Slet. Ze staarde naar de glimmende kraan van het fonteintje. De kraan keek terug. Met een stalen geluid werd ze de toiletten uitgebonjourd. Het water spoot haar achterna. Ze klik-klakte terug, langs het koffiezetapparaat.
Veel beter, veel beter, fluisterde het.
Tot zo.