Ze kust me wakker.
Kleertjes aantrekken: ikke doen, ik ik. Mama zucht. Kom, lieverd. Muts op, sjaal om. Het is nog donker buiten.
Mama zet mij voorop de fiets, in mijn stoeltje. De wind blaast langs mijn wangen. Ik zing een liedje. Mama neuriet mee.
We stoppen voor een gebouw aan een park. De deur gaat open. Een vrouw zegt ons vrolijk gedag.
Ik verstop mij tussen de benen van mama. We gaan naar binnen. De kamer is vol met speelgoed, stoelen in een kring. Een meisje met een konijn. Ze duimt heel hard.
Kijk, dat is de speelhoek. En straks gaan jullie liedjes zingen, met de juf. Ik blijf een been van mama vasthouden. Ze trekt me zachtjes maar toch beslist los. Ze geeft me een kus, een vlinderkus. Dag schatje, tot snel.
Ze loopt weg. Weg van mij.
zwaar kut, zo’n jeugdtrauma. maar je moet niet aan de gang blijven, kittekat. ken je grenzen. denk aan britney: die heeft het heel wat zwaarder.
ik heb het haar nooit vergeven. hardvochtig mens.
Een beetje sneu? Dat is wreed! Gr.