Hank en Kittekat

Mission impossible III: bakkie zetten met kater

Ze wordt wakker van de por in haar rug. Een straal zonlicht valt op het witte dekbed. En toont de blik in de ogen van de man die naast haar ligt. Zijn wimpers knipperen.

‘Je lag te snurken, moppie. Best wel hard.’
Ze glimlacht mysterieus. Kijkt op de wekkerradio: 06.46.
Met een elegante draai en een vloeiende beweging staat ze naast het bed. Haar strakke grijze hemdje laten de kleine rondingen zien. Haar blonde haar glanst.
‘Jezus, wat ben je toch een lekker ding.’

Ze loopt voorzichtig de gang in, richting de keuken. Ontwijkt een haarbal op de grond. Langs de kattebak. Een sprong en ze is in de keuken. Water in het koffiezetapparaat. Een blik op de klok: 06.47. Koffie. Vijf afgestreken scheppen. Rood lampje brandt. Grrrrrrshrggr. Ze staart naar het apparaat. Het geluid van het warme water is oorverdovend. Overschreeuwt het bonkende geluid in haar hoofd. De kater. Nog een minuut. Zweetdruppeltjes op de bovenlip. Koffie in de kopjes. Niet morsen nu. Voorzichtig in evenwicht balancerend door de gang. Poes ontwijken met een sliding en koprol.
De slaapkamer.
‘Koffie?’
De wekkerradio gaat loeiend af.

  1. “Zweetdruppeltjes op de bovenlip.” Hoei! Daar wordt ik helemaal gruizig van!

    Dagje vrij vandaag? (Als we toch aan het merelrozen zijn).

  2. Neen. Nog niet.

  3. Neen. Nog niet.

    Moet vanmiddag mijn onderzoek toelichten aan de Utregse Houders van de Wetten.

    *spuit weer wat rexona onder truitje*