Gisteren nam Fabrice het boeiende gesprek wat ik met een vriend voerde over. Ik heb niet vaak mensen zo lang zo ontzettend oninteressant horen praten.
Voor de mensen die Fabrice niet kennen, doorlezen op eigen risico. U gaat kennis maken met een van de ergste kunstenaars uit de Nederlandse geschiedenis. Deze man heeft zoveel gruwelijks op zijn geweten. Hij heeft er persoonlijk voor gezorgd dat bouwwerkzaamheden in Amsterdam écht hinderlijk zijn door, flink gesubsidieerd, elk bouwschot onder te kliederen met derderangs Cobra kopieën. Hij is een beleding voor goede én slechte smaak.
Ik liep al jaren met het voornemen rond om, mocht ik hem tegenkomen, hem eens flink de oren te wassen. Om hem eens goed duidelijk te maken dat ie godverdomme op moet rotten met z’n klodderzooi en de openbare ruimte moet overlaten aan de kunstenaars die in elk geval originele dingen proberen te maken, zoals bijvoorbeeld grafitti-artisten.
Fabrice zat dus ineens aan ons tafeltje en begon te blaten over de ‘bekende’ mensen die hij allemaal kent en waar hij bijzonder amicaal mee omgaat. Hij heeft in een halfuur geen enkele zin gebruikt waarin niet een of andere naam gedropt werd. Bovendien kwam om de 5 zinnen in elk geval 1 keer zijn eigen schijtnaam even naar voren.
Het was dus de bedoeling om hem eens duidelijk te maken dat wat hij maakt afschuwelijk is. Maar waarschijnlijk weet hij dat zelf ook wel. Bovendien zal hij wel een met namen doorspekt pleidooi klaar hebben liggen waarin hij zijn werk, in elk geval voor zichzelf, goedlult. Ik heb dus niks gezegd over zijn kunst. Ik heb hem denk ik erger gekrenkt.
Op alle bekende namen die hij opsomde knikte ik herkenningsvol. Mijn vriend al helemaal omdat hij sommige van die mensen echt kent. Maar als hij zijn eigen naam weer eens terloops nadrukkelijk liet vallen reageerde ik helemaal niet. Dat frustreerde hem, dat was duidelijk. Toen ik het niet meer uithield en opstond om te vertrekken schudde hij mijn hand en vroeg om mijn voornaam. “Hank”, zei ik. “Fabrice”, zei hij overluid en duidelijk. Met een neutraal “aangenaam” verliet ik het café.
Ik zal voortaan op elk werk van Fabrice kotsen, pissen en het afmaken met een handen-in-de-zij houding en bulderend diep lachje.
Zeg lief, zou dat nou door die siesta van gistermiddag komen dat je writersblock is opgeheven?