Hank en Kittekat

De brief

Gisteravond lag een brief op de mat. In figuurlijke zin, want we hebben geen deurmat. In de brief stond dat het sperma van R. M. op 4 december 2006 is vernietigd. Achter één zin een wereld van onomkeerbaarheid, geen weg meer terug.

De nacht was diep en donker. Ik daalde af naar een grote kamer met uitzicht op de zee. Ralph was er ernstig aan toe, zeiden de mensen tegen mij. Maar we gaan het proberen. De operatie zal hiernaast voltrokken. Maar dit is toch geen echt ziekenhuis, probeerde ik nog. Dit kan niet, dit kan niet goed gaan. Ik ijsbeerde door de kamer, op de achtergrond was Hank aanwezig. In de coulissen. Een man met een bril kwam binnen. In zijn handen een kartonnen doosje. Hierin zitten zijn nieren. Maar die moeten terug, in Ralph. Ik paniekte. Nee, dat kan niet. Het doosje bleef op tafel liggen. De zee was groen, de lucht helderblauw.

Een vrouw in het wit bracht het nieuws. Hij heeft het niet gehaald. Wil je hem nog zien, voor de laatste keer? Ik twijfelde, ja, nee. Ja, ik wil hem zien. Ze leidde me naar hem toe en ik werd wakker. Huilend, niet nog een keer. Ik snikte de woorden.
Naast mij snurkte Hank geruststellend, warm en levend.

  1. Je ontroert weer/nog steeds