Hank en Kittekat

OMG

Het is simpel. Geloven in een god is hetzelfde als geloven in sprookjes. Sprookjes zijn fijn. Hoe ziet mijn eigen god eruit, bedacht ik mij net tijdens het ophangen van de was. Mijn god is barman.

Hij schenkt een puike whiskey en mixt uitstekende white russians. Hij houdt zich verder volkomen afzijdig van wat er allemaal gebeurt op aarde, dat interesseert ‘m niet. Het zijn tenslotte zijn zaken ook niet. God ziet er een beetje verlopen uit, katerig. Op een heel goeie avond heeft hij wat weg van Benicio Del Toro. Als de lichten gedempt zijn.

Zijn bar is dag en nacht open, de glazen schoon en het meisje wat zo nu en dan op de toog gaat staan, heeft altijd een slipje aan. Mijn barrekening is oneindig en niemand voelt de behoefte om naar buiten te gaan. Want het regent een beetje, zacht getik van druppels tegen het beslagen raam waarop de letters in spiegelbeeld staan, in roze neon: OMG.
Nou wil iedereen natuurlijk in mijn god geloven.
Pecht. Verzin er zelf maar een.

  1. Wat nou zelf verzinnen? Die god van jou spreekt me wel aan. Mijn enige aanpassing is toch het slipje. Ik zeg niet dat het meisje nooit een slipje draagt, da’s immers ook weer saai. Maar zo af en toe vergeet ze ‘m. Elke keer weer spannend.

  2. Ok, ok. Je mag hem lenen.

  3. die kroeg heeft natuurlijk wel een terrasje achter, voor als de zon schijnt om springbok en forel op te kunnen roosteren, en reikt Benicio ons een aardbeiensorbet als toetje aan

  4. Ik ga met Amazone mee, sterker: zet hem achter een buitenbarretje, uitkijk op de zee, elke dag zon en …

    Ik ben zelf al een nieuwe aan het verzinnen heh.

    Geeft niks. Ik ben toch een agnost.

  5. Verzinnen? Jullie schrijven hier als het ware het nieuwe testament. Wel een erg prettige versie overigens.

  6. En bij de damestoilet zit Elvis aan een tafeltje met pepermuntjes en kauwgomballen, te pingelen op een gitaar. Als hij in de juiste stemming is speelt hij verzoekjes. Lekker, voor bij het plassen.

  7. Ik geloof in de heilige geest uit de fles.