Hank en Kittekat

What’s up, pussycat

Tering, wat gaat dat langzaam. Ik had eigenlijk niet anders verwacht. Maar toch. Het schrijven van Het Verhaal neemt haar tijd.

Afgelopen weekend heb ik vier bladzijden herschreven. Van een drie keer herschreven versie. Zo gaat dat dus als je actief samen met iemand die er verstand van heeft, door het verhaal heen ploegt. Van in grote lijnen denken tot miereneuken over de naam van een van de hoofdfiguren.

‘Ik weet het niet, hoor. Maar Lars klinkt mij toch wat Noors, helemaal niet het oosterse type wat je voor ogen hebt.’ Shit, ze heeft helemaal gelijk, denk ik. Wat is een alternatieve naam voor Ralph? Daar kan je zeker een week mee bezig zijn. Forums doorlopen, babynamen sites napluizen. Ik research me ziek. Ik verander zoveel als ik kan. Dit gaat niet meer over mij, maar over Rosie. Ik kan het verhaal manipuleren! Dat is een te gekke gewaarwording. Ik kan Rosie echt krullend haar geven, pluizig tot ze er gek van wordt. Ik kan er een verhaallijn doorheen laten lopen, iets mysterieus, CRIME. Ja, het wordt spannend! WIE HEEFT HET GEDAAN? Het was geen kanker, nee, het was een vergiftiging! Tot ik verdwaalde in een doolhof van plotten en massagehuizen en geen woord meer op papier kreeg.
Terug naar de basis, dus. Terug naar mijn baseline waar Rosie een vadercomplex dumpt, haar lief dansend naar de dood brengt en geluk vindt met man, kind en een vintage mercedes.

  1. Ricky, of Christiano. Zo heten mijn Indonesische collega’s.

  2. Kan ik al intekenen? (Lekker de druk opvoeren)