Voor het weekend werd ingeluid door de uitstorting van heilige tongen droomde ik over een bakkebaard op mijn linkerwang. Wat nou weer, dacht ik terwijl ik slaperig mijzelf nog eens omdraaide zonder vervelende pijnscheuten door mijn rug. Dat bleek een grapje. Ik heb geen bakkebaarden. Met een blij gevoel stapten we in Adolf en reden naar Antwerpen om in het mooiste hotel ooit een tweetal nachten te vertoeven.
(meer…)
Sinds twee dagen ben ik verbannen tot De Bank. De spieren in mijn onderrug doen een plank na. De plank is zo stijf als een plank kan zijn, lopen is een pijnlijke zaak. Laat staan een afwas doen of zeg, naar Hoofddorp gaan met de trein om daar eens te praten over hoe men daar denkt ons geld te gaan besteden aan opvangvoorzieningen. Mijn arbeidsethos worstelt met ziekte. Ik ben altijd ingesteld op snelle beterschap, maar deze keer moet ik weer toegeven aan de plank. De plank is ontstaan na een stressvolle tijd tijdens mijn eerste echte baan als onderzoeker (tears in the morning, aldus de Beach Boys op de achtergrond). Mijn eerste confrontatie met de Mannelijke Baas met Ego. Ik moest voldoen aan alles, ik wilde zo graag goedkeuring. Uitvloeisel van mijn verlangen naar papa.
(meer…)
De gek steekt een naald in mijn arm. Een kwartier de tijd voordat het serum mij in slaap laat vallen. Ik ren weg, over vreemde straten, langs huizen, hart op hol. Een mensenmassa bij een station. Even overweeg ik om daar in te storten, genoeg mensen om mij te redden van de gek die achter mij aan zit.
(meer…)